logo_02jpg        Randland | VI - Meer Holo-’s en potholes   logo_02jpg


Over hologige bospartizanen en andere holo-‘s

We vertrekken richting Skole, een plaatsje middenin Europa’s grootste Unesco-beuken-biosfeerreservaat. Ja, het woud lonkt. Maar is het er nog

Biosfeer is biomassa en Oekraïne is armlastig en je weet hoe groot momenteel de biomassa-bonanza is in heel Europa, hele biosfeerbossen verdwijnen in biomassacentrales, klimaatneutraal en zwaar gesubsidieerd – jaja, rinkelende euro’s! In heel Europa! Zelfs staatsbeheren en natuurmomenten in West- en Noord- gaan voor de bijl. En Estland en Polen en Roemenië en ook de Tsjechische Republiek. Zes miljoen hectare totale kaalslag. Minstens. Want de schaal van de pan-Europese biomassaslachting is ongetwijfeld veel en veel groter dan we nu weten – ‘Met de kennis van nu’ zullen zich later de klimaatveranderingsbestrijders …

 Inmiddels heeft de E-weg ons een romantisch bergdal ingeleid, langs wildstromende rivier en boogbruggende spoorlijn. Berghellingen beglooid met herfstloofbossen. Aardse kleuren en aardse geuren die je zelfs in de auto ruikt. En kijk, een doorwolkzonbreuk: links een herfstbuibergwand en rechts een herfstzonbergwand, hier en daar stomend. Uitzicht dat je zou willen screensaven. Met alle kleuren en geuren. Want wat je vreesde, zie je niet. Nergens glimpt een biomassaslachting. Het treffende Slavische woord voor kaalkapvlakte schiet je te binnen: holoseč. Nergens dus een holoseč. Douze points pour l’Ukraine dat het déze holo- van zich af weet te houden – nog …

 Blij wil je het de anderen vertellen, maar foei, zullen ze briesen, je mag jouw holo-, al is die nog zo afschuwelijk en zinloos en zes miljoen hectare en pan-Europees, je mag die ‘holosetsj’ van jou niet vergelijken met de Holocaust en de Holodomor want natuur is geen mens. Daar hebben ze wellicht gelijk in. Elke massamoord wordt tegenwoordig tot Holo- gebombardeerd, dan telt ie pas mee.

 Voorzichtig begin je: ‘Ongeschonden oerbossen – Oekraïne is fantastisch!’

 Maar dan wil Tomtom dat we gaan afslaan naar Skole, oei wat een gammel bruggetje, dus moet je je Holo-praat bewaren voor de vanavondlijke stand-van-Oekraïne-discussie. Hoog opwaaiend discussiestof, is je verwachting. En weer afslaan, over een héél gammel bruggetje, de Peugeot neemt ‘m onvervaard, waarachter onze aardse bio-huiskamer, de natte Karpatenkathedraal, wacht. We watertanden, nee -trappelen. Het bos in, het bos in!


Parkeerplaatsje bij de trailhead. Bergschoenen, outdoor-jassen, rugzakken, waterflessen, verrekijker, Sultana®’s, energy-bars, voor ieder een appel, regencapes, kompas, fluitje, kaart en gps-tracker – die laatste vier zijn tegenwoordig gewoon een mobieltje met de app Mapy.cz.

 Driehoeksplan: eerst de rode route, dan een ongemarkeerd pad oostwaarts tot de blauwe markering en daarover terug naar hier.


Het bos drupt en molmgeurt, de beek ruist, het pad-eerst-asfalt-dan-glibberleem-dan-glibberslingerpaadje stijgt, wij hijgen harder-steeds-harder. Hoog en kletsnat gras en brandnetels gebruiken onze broekspijpen als handdoek. Alleen Noordkusts pijpen zijn Gore-Tex®-waterproof.

 Prachtig gemengd beukenoerbos met enkele berk en zilverden en zomereik, alle schakeringen herfst. Overal natuurlijke verjonging en dood hout, geslotenkringloopbos. En, hum, langs het pad vrolijk glanzende platgetrapte PET-flessen en lege sigarettenpakjes.


Nergens prullenbakken, dan krijg je dat.

 We klimmen en klimmen en hier ergens naar links.
 Langs dat beekje?
 Ja, dat vervallen karrespoor.
 We klimmen steil, we klimmen steiler. Het bos drupt en molmt. We zweten en zweten. Aan neuspunten kriebelt boomdrup-en-zweet-zilt. Alle eetbare paddenstoelen onplukbaar verglazigd. Erg is dat.
 Hèhè, daarginds zijn we boven.
 Over de bergkam lijkt ooit een opmerkelijk breed pad gebaand te zijn, met aan één hangkant een aarden wal, nu allemaal flink dichtgegroeid met berk en beuk. Trokken hier ooit de mensen die niet beneden in het bewoonde dal gezien wilden worden?
 Misdienaargewijs lopen we over de kam, als over een lang altaar, tussen de pilaren der beukenkathedraal en onder haar wijwater sprenkelend herfstgebint en langs haar eindeloos afglooiende zijbeuken en we zien het de voorste, Bohemia, denken: je antireligieuze tante tegenkomen.


Je tante heeft hier de andere kant opgelopen, Tweede Wereldoorlog, herfst 1944, naar het westen, om Praag te bevrijden, verkleumd, hongerig, loodzware kalasjnikov. Blaren, kramp. Oneindig druppend Karpatenregenwoud, klappertandend, stil!
 Schuilen, vuurmaken, nee! De rookkolom zou onze partizanengroep verraden. Verder tot de beschermende duisternis.

 Nog één scheepsbeschuit per persoon en drie lucifers. Wéér een boerderij beroven veel te riskant – kunnen de nazi’s onze marsroute traceren.
 Je kijkt om naar je kameraden. Lev, hologig, houdt het nog vol; Dasjenka, hologig, houdt het vol; Pavel, hologig, houdt het; jij ook! Doorlopen! Vanavond verlaten herdershut vinden. Hout sprokkelen, doornat natuurlijk … Maar berkenbast brandt altijd. Nog drie lucifers.
 Houd vol. We zijn al vlakbij Tsjechoslowakije. Nog één dagmars, wel een zware. De Karpaten-hoofdkam over. En dan – morgenavond in onze eigen provincie Roethenië – die gaan we bevrijden![1]

 Doornat, klappertand, honger honger blaren kramp, rugzakstriemen, zware kalasj. En ben je zwanger of te uitgemergeld, deze maand?


Niet zwanger hè tante, maar boerderij beróven?, dat zei je net. Je kon toch aankloppen? Leonard Cohen zong toch: An old woman gave us shelter, kept us hidden in the garret, then the soldiers came; she died without a whisper.[2]

Levensgevaarlijke romantiek, meisje. Je kunt beter iemand beroven zonder dat die je ziet – loopt die iemand daarna minder risico to die without a whisper!

Als je Joods en communistisch bent, is dat geen aanbeveling voor de nazi’s, daarom was tante dwars door de bergen gevlucht naar de Sovjet-Unie. Partizanen-opleiding gedaan en nu langzaam maar zeker terug naar Praag. En waarom?
 Om in 1968 uit de partij te stappen, net als jijzelf, nadat het Warschaupact was binnengevallen. Haar oorlogsmedailles rinkelend het raam uit. Onze partijboekjes fladderend erachteraan.

Zo lopen we zwijgend over de bergkam door het oerbeukenbos. Zo zouden we uren, dagen door kunnen lopen, net als tantetje. Zo hebben we ongeveer een halfuur gelopen, steeds schemeriger, steeds natter, steeds onzekerder of dit verwoekerde pad wel op de blauwe route uitkomt. Niemand komen we tegen.
 De bomen fluisteren: kom, blijf staan, tussen ons ben je veilig voor wind en ijzel en de grond hier is heel voedzaam en wortelt heerlijk, gastvrij mycelium en drinkwater zat.
 Biomassamaffioso zouden in bekoring geraken. Maar tante klappertandt en wij ritsen onze outdoor-jassen dicht. Heel in de verte, diep in het linker dal, echobromt een trein. Ineens een dwarspad met, jazeker, blauwe markeringen – terugkeer in de beschaving!
 We stoppen en klokken water en schrokken Sultana®’s en knakken appels.
 Nog anderhalf uur afdalen naar de auto – behalve als we blauwe markeringen zouden mislopen. Let’s go voordat het donker wordt.
 Maar de markeringen blijken beter dan die aan de noordwestkust, die zijn welhaast Tsjechoslowaaks goed. En hum, platgetrapte-PET-flesglanseringen, die markeren ook duidelijk.


[1] Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Tsjechoslowakije in drieën gesplitst: de Tsjechische landsdelen Bohemen en Moravië waren deels geannexeerd, deels een Duits protectoraat, Slowakije was een klerikaal-fascistische vazalstaat en Roethenië was door Hongarije ingelijfd. Na de oorlog zou de altijd praktische Stalin Roethenië bij de Oekraïense Sovjetrepubliek voegen, zodat de Sovjet Unie sindsdien direct grensde aan Hongarije en Tsjechoslowakije – handig als je die landen nog eens wilt binnenvallen. Maar dat alles wist tantetje in de herfst van 1944 nog niet.

[2] Leonard Cohen: The Partisan, naar Hy Zaret’s vertaling van La Complainte du partisan van Anna Marly en Emmanuel d’Astier.


© Paul Braamberg 2022.