logo_02jpg        Randland | VII - In de Karpaten   logo_02jpg


Promenade-14


Ontbijtend deleten respectievelijk doorkrassen we de aantekeningen van het gisteravond-gelag, op het een na laatste blaadje na. En via de gratis wifi ontdekken we een kaartje met Oekraïense hoofdwegkwaliteiten: groene en enkele gele lijnen, dotted met oranje mini-intersectjes, en in dit hele reusachtige land maar twéé lange rode lijnstukken en oei, we zitten op een daarvan (al is op het kleine kaartje niet duidelijk hoevér nog).

 Sippe gezichtjes.

 Maar straks bereiken we voormalig Tsjechoslowaaks grondgebied, daar is de weg vast beter. Stilzwijgend rotsvasten Bohemia en Moravia daarop en de twee Kustrand-Europeanen gunnen het hun en de vannacht weer wit geplensde Peugeot, die ervaren rot, lacht in z’n schokbrekertjes.

 Het motregent nog en het is slechts zes graden. Wolken verbergen bergen. Een groepje Oekraïense mede-gasten in korte broeken begint aan een mountainbike-toer.

 

Gelukkig is ons stalen ros vanwege het wegstijgingspercentage razendsnel op aangename bedrijfstemperatuur en ventilatorblowend en ruitenwissend en potholes-omslalommend bereiken we binnen een uur de drukbezochte Vyshkiv-pas, op de vroegere grens van Roethenië, in het Tsjechisch Podkarpatská Rus geheten, het door Stalin ingepikte meest oostelijke stuk vooroorlogs Tsjechoslowakije.[1]

 Waarschijnlijk is partizaan-tantetje deze pas overgeklappertand, vast van plan vanaf hier heel Tsjechoslowakije te bevrijden, maar daaraan denken we niet, in onze behagelijke Peugeot.

 Mist. Geen uitzicht. Geen enkele souvenirkraambezoeker kijkt naar ons om. Dóórrijden. Want nee, een welkomstcomité hadden we nou ook niet verwacht.

 

Maar helaas, in ons voormalig thuisland dalen we net zo potholes-omslalommend af als over het begin van de rode lijn.

 Helaas, waarom hebben jullie Oekraïners er zo’n troep van gemaakt? Waarom willen jullie niet terug bij ons land, we zullen jullie weer helpen hoor, om de boel op orde te brengen! En enige dankbaarheid voor de welvaart die wij jullie in het interbellum gebracht hebben, mag ook best …

 Al potholes-hotsebotsend en via de achteruitkijkspiegel kijken Bohemia en Moravia elkaar aan, zwijgend, teleurgesteld. En Noordkust en Westkust hotsebotskijken zwijgend mee. Baf! Want helaas, dit is de bekende postkoloniale teleurstelling, die we in Lviv bij de grote getalen Polen zagen; die Zweden kennen in Finland en Noorwegen; Denen in deze drie landen; Nederlanders in Indonesië, Suriname en België; Belgen in de Congo’s en in Nederlands Brabant en Limburg; Oostenrijkers in heel continentaal Europa; Spanjaarden idem plus zowat de rest van de wereld.

 Helaas, die postkoloniale teleurstelling zien we in Oekraïne beslist niet bij Russische toeristen (nauwelijks aanwezig – ja, op de Krim) en in het Balticum en vooral in Praag (massa’s Russen, steeds meer): hun triomfantelijke jullie-waren-van-ons-grijns zou je wel van hun boeventronies willen knóéten.

 En wat kun je lezen van de gezichten van de Chinese toeristengroepen, op de Dam en op het Praagse Oudestadsplein, die zien dat in Europa echt álle spullen Made in China zijn?

 

En helaas, want baf, het is een onaangename zijsprong, maar wat denken de Duitsers? Hun postkoloniale teleurstelling is officieel duidelijk afwezig – over dat de Slavische ondermens-volkeren hen sinds 1918 steeds verder naar het westen knikkerden (al genoten ze tussen 1938 en 1944 nog een paar flinke finest hours), tot de Slaven na 1945 zelfs Oder en Elbe overstaken en half Berlijn controleerden. Hebben ze die onderbuikgevoelens echt niet meer? Duiken die na de Sovjet-Slavische aftocht uit de DDR in 1989 weer op? Je denkt aan de vele denigrerende opmerkingen over der Osten – ze bedoelen Midden-Europa – op de Duitse straat. Je denkt aan de Autobahnen, waar hordes koddebeiers voortdurend Midden-Europese auto’s en vrachtwagens aan vernederende inspecties onderwerpen (alsof vrij reizen alleen voor geprivilegieerde kentekens geldt), tot genot van de talloze voorbijrijdende sjoemeldiesels. Dus helaas, we betwijfelen de Duitse oprechtheid van Schluss met het koloniale verleden.

 

Helaas, concluderen we gezamenlijk en stilzwijgend, onze Russen-nijd en Chinezen-vrees en Duitsers-twijfel tonen aan dat ook wijzelf een koloniaal wereldbeeld hebben, van veroveraars en tot-veroverde-gemaakten. Baf!

 

Zo dalen we op zwabberdebamfietssnelheid naar het stadje Mizhhiria, wat ‘tussen-de-bergen’ betekent en dat zonovergoten is want alleen het weer is verbeterd voorbij de Vyshkiv-pas.

 Vlak voor Mizhhiria bereiken we de voorrangsweg uit Skole en ja hoor: glad asfalt. Stil als na een storm en kaarsrecht en met hoge snelheid, wel 50, zweven we de bebouwde kom binnen. Over een omweg van normaal twee uur hebben we twee dágen ge-pothole-d. Later moeten we de meerdaagse bergwandeltocht schrappen, anders zullen we in Kyiv gegarandeerd de terugvlucht missen.

 

Het stads-rynok-je van Mizhhiria wordt, net als in Drohobytsch, herbestraat, dat wil zeggen: de stoepranden en putdeksels lijken er al jaren te liggen en stoeptegels en bestrating diezelfde jaren te ontbreken. Het is een heel stoeprandgeklauter, het is een heel arme overheid.

 Nergens op het rynok-je een monument ‘Tsjechoslowakije: bedankt!’, of een standbeeld van Masaryk, natuurlijk niet, Stalins bevel. Ook bij ons moesten na 1948 alle Masaryken weg. Alleen het in de typerende functionalistische stijl van vooroorlogs Tsjechoslowakije opgetrokken busstation, een royaal gebouw van drie verdiepingen, herinnert aan ons interbellum. Het staat leeg.

 Misschien meer Tsjechische sporen op het kerkhof? Eerst кава op een rynok-terrasje! En dat biedt ons de mogelijkheid enkele begraafplaatsen van de afgelopen dagen te beschrijven voordat we doorrijden naar het onder insiders wereldberoemde dorp Kolotsjava, eveneens ex-Tsjechoslowakije, het paradijs op aarde waar zelfs de koeien vrij reizen.



[1] Meer recentelijk zijn de Tsjechen ook nog die ondankbare Slowaken kwijtgeraakt. Goed, een stukje havenkade in Hamburg is nog Tsjechisch hoogheidsgebied en er zijn een paar Czech cemeteries in de U.S. of A.: all that remains van onze koloniën.


© Paul Braamberg 2023