logo_02jpg        Randland | VIII - Terug   logo_02jpg


Je spaart ze en straks passeren we een ervan: Middelpunten van Europa. Een handvol Middelpunten verwierf je op een vorige reis door het Balticum. En Praag natuurlijk, Hart van. En Brussel, Hoofdstad van. En Lviv was een Europees concentraatscentrum. Nu dan racen we naar Dilové, ooit door cartografen van de ee-uu, je bedoelt de ka-oe-ka, uitgerekend als hét geografisch Middelpunt van.



Je Middelpunten-verzamel-hart steeds kloppender, het dal dieper, bergen hoger, lucht donkerder, rivier en weg bochtiger en spoorlijn bruggiger – wordt deze spoorsectie nog gebruikt?

 Nee, tegenwoordig is dit stuk van de rivier de Oekraïens-Roemeense grens en onhandhaafbaar vaak kruist de spoorlijn deze tegenwoordig niet zomaar een grens maar een keiharde buitengrens.

 We zien ze hard en scherp langs de weg: wantrouwige samopal-grenswachten en manshoge rollen NATO-scheermesjes-prikkeldraad. Op die ijzerengordijnrollen prijkt hier en daar zo’n doodschaambaar subsidie-bordje met blauw vlagvlekje. De onzichtbaar kleine gele EU-sterretjescirkel zie je blindelings – ja, je schaamt je dood. De overkant is Schengenland, vrijreizenland, gênant prikkeldrand, en stel dat aan de rivieroever een vluchtelinge opduikt, we zouden onze kleren en rugzakken over de NATO-rollen draperen zodat ze erover kan klimmen en zich daarna in de Peugeot-kofferbak kan verstoppen – eh o, wie vlucht er van Schengenland naar de Oekraïne? Wij dus.


OnverSchengbaar en in de inmiddels plensregen bereiken we het Middelpunt van Europa, ge-pinpoint door een gespleten fallus, reerected in 1986 en sindsdien volgestickerd tot op iemands-schouders-staande hoogte. Maar het échte Middelpunt staat zes meter naar links.



Het menshoge obeliskje noemden de ka-oe-ka landmeters liefkozend locus perennis,[1] – een ‘eeuwige locatie’. Normaal stonden die dingen niet verborgen in een bochtig rivierdal maar op een bergtop zodat je ze van ver, van een ander driehoeksmeetpunt, met je theodoliet kon ‘aanschieten’. Maar ja, met dat soort praktikaliteiten werd bij de continentale tektogenese geen rekening gehouden – ach, tegenwoordig hebben we gps en kan zelfs in het diepste Rubicon-ravijn elke tomtommeling landmeten met twee decimalen achter de minuut.

 Het idee van de ka-oe-ka landmeters was om hier, het middelpunt van het continent, het assenstelselnulpunt van hun ka-oe-ka dubbelmonarchie te definiëren, dan strekten de ka-oe-ka-assen, dan strekt Europa, dan strekken de ee-uu-assen zich naar alle kanten even ver uit – als je tenminste eilandjes als Malta, Cyprus en Little Britain niet meetelde. En ook het verre IJsland niet, want dan kwam je dus in het Balticum uit en dat was fout, dat hoorde bij tsaristisch Rusland.



[1] Volledig opschrift: ‘Locus Perennis Dilicentissime cum libella librationis quae est in Austria et Hungaria confectacum mensura gradum meridionalium et paralleloumierum Europeum. MD CCC LXXXVII.’ Vrij vertaald: Permanent kalibratie-nulpunt van de Dubbelmonarchie m.b.t. de Europese meridianen en parallellen. 1887.




Het centrum van Europa, hier móésten we stoppen. Gelukkig kwalijken de andere drie je dat niet, al wordt de resterende reistijd steeds krapper, hun lonkt naast Europa’s verstortregend middelpunt een half-overdekt souvenirmarktje met Hoetsoel-klederdrachten, mooi voor klein- en kinderen, en met uitmuntende honingpottenstalletjes. Proef maar.

 Daarnaast een кава met hartveroverende serveerster met warme-vanillesaus-strudel. Warme ogen, vanille lippen, struise bevalligheid. Alleen jouw cappuccino is getoefd met een melkschuimhart.

 Gegrinnik. ‘Begin je nou weer over die serveerstertjes?’

 Je voelt je blozen. Je drie grijnzende medereizigers trappen gaten in je ziel. Snel begin je te aardrijkskundigen: ‘Het middelpunt van de ee-uu zelf schoof eerst door Frankrijk (EG-6 en -12), belandde toen in België (EU-15) en is vervolgens verder oostwaarts door Duitsland gehopt tot nu al bijna in Oostenrijk (EU‑27). Het gaat de goeie kant op en in dit tempo maken we het nog wel mee: ee-uu := heel Europa.’

 ‘Zullen we erop wachten?’

 De andere Kustrand-Europeaan: ‘Ik moet maandag weer aan het werk.’ Hij kijkt verlekkerd naar je serveerster, druk serverend aan een andere tafel. ‘Maar ik twijfel.’

 ‘Vérder,’ beveel je. ‘Maandag ga je naar je werk.’

 ‘Wel graag Dilové McDonalds®-vrij houden!’

 ‘En geen entree gaan heffen zoals op de Greenwich-meridiaan, die éx-nul-meridiaan!’

 ‘Het zou ook anders kunnen gaan,’ jent iemand. ‘Als we Polen en Hongarije eruit kieperen, kan het Middelpunt van de ee-uu zelfs buiten de ee-uu komen te liggen, namelijk in Zwitserland!’

 

Je wilt nog een cappuccino maar gunt de anderen geen nieuwe zieletrapgegrijns. Ze babbelen.

 ‘Toen we naar Kyiv vlogen, gingen we almaar naar het oosten. Maar Kyiv voelde niet oost, Kyiv is heel Midden-Europees.’

 ‘Dat is het ook.’

 ‘En vandaar reden we naar het zuidwesten maar het voelde alsof we in Oost-Europa terechtkwamen.’

 ‘O.’

 Je Kustrandgenoot wenkt de serveerster. Ze negeert hem, da’s duidelijk. Bohemia wenkt de serveerster. Ze komt onmiddellijk. Kustrandcollega gaapt haar aan. Zelf kijk je kalm in je lege kopje terwijl ze naast je staat, je bijna raakt. Elektriserend. Ja, voor jou ook een nieuwe cappuccino, zeg je beheerst.

 De anderen babbelen verder.

 ‘Maar Lviv was weer Midden-Europeser dan Kyiv.’

 ‘Dat is het ook. Lviv ligt centraler dan Wenen, Boedapest en Praag en al die andere ka-oe-ka-centra – Lviv ligt immers het dichtst bij hier.’

 ‘O ja.’

 ‘Maar in het interbellum hoorde dit Roethenië bij Tsjechoslowakije, Óóst-Europa dus.’

 ‘Tsjechië ligt ten westen van westers Wenen.’

 ‘Oost, west, noord, zuid, die richtingen heb ik altijd om me heen. Welke kant ik ook oploop, ik blijf altijd het middelpunt.’

 ‘O.’

 ‘Hier is geen Oost-, West-, Noord- of Zuid-Europa, alleen Middelpunt-van.’

 ‘Maar je moet geen stap verzetten.’

 Nee, denk je, geen stap verzet je, ik blijf hier, terwijl je nieuwgevonden middelpunt de kopjes komt neerzetten.

 ‘O dus Auschwitz lag niet “ver in het oosten”, Auschwitz hoort bij West-Europa!’

 ‘D-da’s een heel andere invalshoek.’

 In het rumoer dat nou eenmaal op elke Holo-opmerking volgt, merkt niemand hoe haar arm langs de jouwe strijkt. Elektriserend.

 Je lepeltje klieft haar verse melkschuimhart.

 

Je schoolmeestert verder: ‘Het middelpunt van ons oude continent, waaromheen Slaven en Germanen (of hoe men zichzelf etnisch wenst te profileren, mensen van het woord liefst, geen slaven of doofstommelingen) – en Hunnen, Joden, Hongaren, Romanen en Turken natuurlijk – cirkelden en cirkelen als vliegen rond een honingpot …’

 ‘Als gieren boven een verhongerende.’

 ‘Dat had je niet moeten zeggen.’

 Iemand likt koudgeworden vanillesaus van zijn bord. Een ander gaat nog even klederdrachtshoppen, buiten in de regen.

 

‘Ik betaal wel,’ zegt de andere Kustrand.

 ‘Het is míjn beurt,’ beveel je.

 Op de rekening handgeschreven: With love. Ze slaat haar ogen neer, heel het oude Europa valt van je af. Je geeft geen fooi, je geeft, je gaat haar – maar dat noteer je niet, dat hoeven de anderen niet, dat hoeft niemand niet te lezen. Je hebt geen zin in ruzie over girlfriendshopping. Of over ouwerwets slavinnenroverij. Nee, zij is een Slavische, een Slovanka, iemand van het woord, twee woorden zelfs, op de rekening.


We lopen naar de regenbespetterde Peugeot.
 ‘Wacht niet op ons,’ roep je ons na.


© Paul Braamberg 2023