logo_02jpg        Randland | I - De Zone   logo_02jpg


Drie begraafplaatsen 

Verslag door Moravia:

Je wilt naar de Oude Joodse begraafplaats. Op internet staat dat daar weliswaar de meeste grafstenen weg zijn - die vind je verderop in de Zone als onverwoestbare stoeptegels rond de beroemde ‘inderhaast-verlaten school’ - maar de grafstenen van de tsadieks van de Chornobyl-dynastie staan daar nog, interessant chassidisch[1] erfgoed!

 ‘Kan niet, mag niet,’ zegt de gids. Het programma biedt geen ruimte, we zouden andere excursies verstoren, er zijn er zóveel. ‘Als je daar wilt bidden, had je een Israëlische excursie moeten boeken.’
 Je wilt niet bidden. Maar als hij hoort dat je Russisch door je mobieltje spreekt – kraakvrij bereik hier! – en je hem belooft een interessante Hebreeuwse graftekst te vertalen, geeft hij toe. Dat wil zeggen: als compromis stopt het busje bij dit drie-kerkhoven-complex.



[1] Het chassidisme was de grootste sociaal-religieuze stroming van het Midden-Europese jodendom, vóór de Holocaust. En tsadieks zijn ‘rechtvaardigen’, vaak dynastieën van kabbala-kenners en mystici.


De tot het recente Oekraïens-Russische schisma één, nu twee orthodoxe kerkhoven zijn goed onderhouden. Plastic bloemen en geëmailleerde portretjes op twee-, soms driearmige kruizen. Jaarlijks, op dodenherdenking, mogen nabestaanden ze een dagje verzorgen.

 De gids trekt je mee naar de achterste van de drie begraafplaatsen, de Nieuwe Joodse. Verwaarloosder dan de twee buurhoven, maar de meeste grafstenen staan er nog (waarschijnlijk omdat die breekbaarder en dus minder geschikt zijn als stoeptegel dan die van de Oude, dus heel oude, Joodse begraafplaats, een eind verderop).
 Nu trek jij hem mee, naar een van de weinige nog onderhouden graven. Je vertaalt: ‘Hier rust Schmuel Jitschak, zoon van Jakov, een deugdzaam mens. Moge zijn ziel verbonden zijn in de band met het leven.’ Deze standaardfrasen, de gids noteert ze ijverig, waren waarschijnlijk het enige Hebreeuws dat de nabestaanden nog machtig waren, want de rest, waaronder de achternaam, is in het Cyrillisch. Jaartelling niet joods maar juliaans: 1854-1962 – o, hij is 108 geworden!
 De gids glundert. ‘Band met het leven: special funeral-feature die andere gidsen ontberen.’


Terug het busje in en verder door de Zone. Verwilderde bossen en akkers, boompjes door daken van hier-en-daarse boerderijtjes. Toch weer ergens een rokende schoorsteen?
 Ja hoor, we stoppen bij de ‘inderhaast-verlaten school’. Voorzichtig loop je over de grafsteen-plavuizen van het schoolpleintje – had je maar vilten overschoenen!
 Ja hoor, binnen op de schoolbankjes liggen de beroemde schriftjes, opengeslagen, alsof de schooljeugd zojuist is weggerend.
 ‘Snel, dames en heren, we gaan ook nog naar het ereveld,’ commandeert de gids, jou aankijkend.
 ‘Geen haast, na elke winter leggen jullie toch niet voor niets die schriften en potloden terug op de schoolbankjes?’ plaag je hem.
 ‘U moet ook gids worden!’
 Goed idee, kun je steeds de Zone in, legaal.

Later, na Calatrava en dichtbij de sarcofaag, lopen, nee schrijden we inderdaad over het ereveld. Geen graven, alleen kruizen. Je noteert ijverig: simpele tuinhekpalen met dwars-naambordjes, wit met zwarte rand, de meeste met plastic standaardbloemetje in een kruisoksel.
 ‘Zonder deze helden-van-het-eerste-uur was de boel helemaal geëxplodeerd,’ zegt de gids, wat je ook opschrijft al wist je het al. ‘Voor hen is de sarcofaag letterlijkheid geworden.’


© Paul Braamberg 2022.