Roethenië, land van standbeelden:

• Een enkele vergeten Hongaarse aristocraat uit de
  ka-oe-ka tijd (zestiende eeuw tot begin 1919).
• Geen enkel standbeeld uit de Hongaarse bezettingstijden (1919-sep 1920 en 1938-44).
• Eén standbeeld uit de Tsjechoslowaakse tijd (nov 1920-1938), alleen hier in Kolotsjava. Van een schrijver, dat wel. Maar geen topschrijver: Olpracht, nooit van gehoord.
• Voor de voormalige Tsjechische school (1921-38) staat weliswaar een standbeeld uit 2009 van een onderwijzeres, maar helaas, dat hoort bij de volgende categorie want het is ter ere van de Oekraïense onderwijzeressen die na de oorlog hierheen kwamen en, besloot Stalin onverwacht, tien jaar moesten blijven.
• Heel wat standbeelden (behalve de verwijderde Stalins) uit de Sovjet-tijd (1944-1991).
• Veel standbeelden van de UPA-partizanen/vrijheidsstrijders/fascisten/communisten/anti-fascisten/anti-communisten/antisemieten (doorhalen naar wens van zowel lezer als standbeeldenaar in kwestie). De UPA (Oekraïense Opstand Armada) was in Roethenië gewapend actief van 1942-1949.
• Veruit de meeste standbeelden – in elke Roetheense stad, dorp, straat wel eentje – van de helden van de Republiek Hoetsoel (jan-jun 1919), de Karpatische Vrijstaat (sep-okt 1920) en Karpato-Oekraïne (maart 1938).