logo_02jpg        Randland | VII - In de Karpaten   logo_02jpg


Tuinbaas

Terwijl de volgende dag de drie anderen een uiterst zonnige en uiterst lange wandeling naar het volgende dal maken, ten zuiden van Kolotsjava’s rechtsonder-H-poot, naar het gehucht met de intrigerende naam Nimecka mokra, ‘Duitse nattigheid’, ga je eerst eens uitslapen.

 Daarna installeer je je op het verandaatje van onze Finse blokhut met wat rookwaar en een mok oploskoffie en een schriftje. Je rookt en drinkt en noteert. Je legt de pen neer en je rookt. Je herleest wat we allemaal sinds Kyiv hebben geschreven: ‘eerst dit, toen dat,’ enzoverder. En je rookt. Reisverslaan is indrukken noteren. En die zijn in de kern opsommingen, lijstjes. Schrijven is lijstjes maken. Andere voegwoorden dan ‘en’ komen later wel.

 Je wilt een standbeeldenlijstje maken. Maar eerst deze tuinnotities:

 

- Adem in, adem uit

 

- Samohonka, samoobsluha, samopal

Samo-, ‘zelf-’, is het kernvoorvoegsel van de Kolotsjavanen: ze hebben altijd alles zelf moeten doen, ze zijn zelftandig. Die drie samo-woorden betekenen:

 ‘Eigen-stook’ (gisteravond kocht je bij de huisbaas een literfles uit zijn ruime assortiment: heel goed).

  ‘Zelfbediening’ (schuin tegenover in de straat is zo’n winkel-van-Sinkel: je legt sinaasappels op de weegschaal, je oploskoffiepot ernaast, je zoekt nog een aansteker uit en de man achter de balie rekent alles uit, tegelijk drie andere klanten helpend).
 En samopal betekent ‘machinegeweer’ (letterlijk: ‘zelfschieter’).

- Tuinblik

De tuin een langwerpige rechthoek. Onze blokhut helemaal achterin, daarvoor de moestuin met een rijtje fruitbomen, dan het kleine witte huis met de stal en vooraan bij de straat het grote witte huis met onze witte Peugeot ernaast. De buurtuinen zijn soortgelijk ingedeeld.

 Van alle kanten kijken de bergen toe (lichtgroene almen, donkergroene naaldbossen, herfstgekleurde loofboombroccolibossen) en het uitspansel is strakblauw.

 Het tuinhek is van stevig gaas langs betonpalen met omgekeerde PET-flesbodems erop. Afrikaantjesbedden erlangs.

 Onze jonge gastgevers wonen in kleine witte huis. Hun ouders in grote witte huis en grootouders in traditioneel-houten buurhuis, links op de foto.

 

- Tuinbewoners

Onze koe forenst vandaag niet naar de gemeenschappelijke weide, die houdt hier het gras kort en bemest. Haar grasraspritme dicteert haar unieke belgeklingel (duidelijk anders dan buurkoebelgeklingel), melancholiek als een gesloten spoorwegovergang – hum, merkwaardige associatie.

 Knikkende kippen in moestuin-oogstafval en ritselbladerenhoop.

 Geheel onreukbaar en nauwelijks hoorbaar grochtelen beide stalvarkens zoals de televisie vroeger bij je ouders.

 Mussen roddelen. Zwaluwen scheren zonder inslag, nooit niet.

 Een zwermpje muggen oefent thermiek – allemaal mannetjes, weet je, die steken niet. De enkele vlieg rechtsomkeert bij je rookwaar. Een motvlinder kan het geen barst schelen, die landt op de houten balustrade en knippert z’n antennes.

 Gras. Hooimijt. Fruitbomen. Aardappelbed, uienbed, wortelbed (mini-drieslagstelsel). Druiven. Afrikaantjes langs hek.

 

- Adem in, adem uit

 

- Kop koffie no.4

Koffie uit keuken halen, beschikken slechts over oploskoffie. Wel uitstekende wifi. Massief houten blokhut met driehoekige bovenramen en inpandige mini-sauna, gebruik tegen bijbetaling. Boven de voordeur een kruis. Naast de deur een sticker: ‘9.3 guest-review bij Booking.com 2015’. Je checkt op je mobieltje: de rating van Sadyba Sughar is nu 9.5. En sadyba = landhuis.

 

- Omgevingsgeluiden

Koebellen (al genoemd), buurkoegeloei, kinderen, hanen, buurvarkensgeknor (ze lijken te praten met die van ons), kettingzagen, mattenkloppen, jankende slijpsteen. Mensen die dieren commanderen, of elkaar. Nergens vliegtuiggebrom noch condensatiestrepen.

 

- Adem in, adem uit

Samo, ‘vanzelfsprekend’, adem je rustig in en adem je rustig uit. Hier is niet de tijd baas van de mens, hier is de mens baas van de tijd.

 

- Tuinbazinnen

Onze jonge gastvrouw zag je op het verandaatje zitten, blijkbaar het goede moment om met enkele poetsmiddelen onze blokhut te betreden. Wilde ze niet alleen binnen met vreemde man? Hemel, werd je zo ontuchtig geprofileerd?

 Ha, je ging ook naar binnen en vroeg waar ze zo goed Tsjechisch had geleerd.

 ‘Heb in Ostrava gewerkt,’ zei ze zenuwachtig. Ze boog zich voorover. Om de pedaalemmerzak te verwisselen.

 Ha, dacht je, wat voor werk zou zo’n mooie vrouw zoal hebben gedaan?, tegelijk je opwindend over hoe jijzelf haar profileert.

 Gehaast knoopte ze de volle pedaalemmerzak dicht. ‘Met mijn man. In Ostrava. In een ziekenhuis. Geld verdienen.’

 Geld had ze verdiend in de zorg, speciale zorg? ‘En nu genoeg verdiend?’ vroeg je.

 Ze deed er een nieuwe zak in en draaide zich naar je toe. ‘Thuis is het beter.’ Ze sloeg haar ogen neer. Ze pakte de oude zak. ‘Fijn dat het jullie bij ons zo goed bevalt,’ zei ze, de keuken uitlopend.

 Vlug vroeg je naar die rare omgekeerde holle emmers op kerkhof.

 ‘Anders waait het kaarsje uit.’ En weg was ze.

 

Terwijl we binnen waren, is oma naar buiten gekomen, is kalmpjes de oogstafvalhoop aan het aanvegen en houdt uit een ooghoek de blokhut, jou dus, in de gaten. Gelijk heeft ze.

 ‘Dobrý den,’ zeg je luid in het Tsjechisch, ‘goeie dag.’

 Vriendelijk mompelt ze iets onverstaanbaars. Hoofddoek onder kin vastgeknoopt. Smal en gegroefd gezicht.

 Oma sloft haar huis weer in.

 Ietwat kortademig schrijf je bovenstaande keukenscène. Au, het sigaarstompje schroeit je vingers. Vlug een nieuwe.

 Dan komt oma weer naar buiten. Zonder hoofddoek. Vol gezicht, blond, ineens niet veel ouder dan jij. Haar man volgt en ze gaan de afvalhoop aansteken. Opa en jij handgebaren mekaar. Traag kringelt witte rook. Uit afvalhoop en uit je rookwaar. Zal je hem er eentje aanbieden?

 Ze kieperen er wat plastic op. Geelbruine smook stijgt op. Tevreden kijken we toe. Ho, nee, jij niet. Die smook wil je niet inademen. Naar binnen! Ook vanwege middagdutje.

 

Samo, ‘vanzelfsprekend’, waar rook is, smeult vuur en Kolotsjavanen nemen de vrijheid zelf de brandstof te kiezen. Of niet te kiezen.


© Paul Braamberg 2023