Myslivka heet dit dorp, dat betekent ‘jachthut’, duidelijke hint, dus gaan we ter hertenobservatie, een korte bergwandeling want we hebben heel wat pothole-tijd verloren. Ha, het zal hier ook bronsttijd zijn – sst, als we muisstil zijn horen we ze burlen of zien we zelfs een tweegevecht, ták, ták hakken de geweien in elkaar …
Geen
fantastisch beukenwerelderfgoed maar gewoon fijnsparrenproductiebos. Wel van
goede kwaliteit,[1]
de zegen van de vruchtbare lössgrond en dus veel te kostbaar voor
biomassa-pellets, voor grootschalige on-selectieve kaalslag, voor holoseč
– godzijdank,
geen holo- hier. Deze fijnsparren worden
mooie planken voor de bouwmarkt.
Hertensporen
zat in de lössgrond, diepe prenten, verse prenten, maar het grofwild zelf, en
hun indrukwekkend geburl – nu ja, die al te luide stand-van-Oekraïne-discussie
van ons …
[1] Een bosperceel met goede stamkwaliteit noemen de productiehouttelers een opstand van hoge boniteit.
©
Paul Braamberg 2022.