De
volgende ochtend, na fantastische strudel, de échte uit Lviv, zo staat
op de menukaart van wat wel een Alpenchalet lijkt en het hoogtepunt is van de
kuurpromenade – ja, ook Troeskavets werd opgestoten in de ka-oe-ka vaart – en
na sloten espresso, amerikano en cappuccino, bekoelt onze cafeïne-euforie
meteen aan de rand van Troeskavets, zelfs onze stoïcijnse Peugeot verbleekt bij
het zien van de uitvalsweg naar ons vandaagse reisdoel. Ja, juist nu we linea
recta de bergen in popelen, zit dat weggetje, de kortste weg naar bergdorp
Skole, meteen vanaf het begin zo hopeloos vol potholes, kniediep zo te
zien, en er rijdt geen kip, dat we besluiten om om te rijden via
hoofdwegen – ach hadden we die pothole-hint in later dagen maar net zo
serieus genomen …
Wij
dus zwaargemoed de bergen weer uit, erlangs en het volgende dal in, over een
egale, pothole-loze en navenant drukke E-weg.
Welaan,
al omrijdend kunnen we een museum met Bojken-cultuur bezichtigen.
Museum
met wat-cultuur?
O, o,
welhaast te lastig voor verafgelegen kustrand-Europeanen, maar het zuiden van
Galicië, van Oekraïne, van zuidoost Polen ook, en van Oost-Slowakije, is het
domein van de Rusíny (verNedertaligd geen
‘Russen’, foei, maar Roethenen[1]),
die weer onderverdeeld zijn in drie volkeren: Bojken, Lemken en Hoetsoelen.
Volg
je het nog?
Tja,
besef dat je eigen land er vanuit de rest van de wereld net zo één-volkig
uitziet als voor jou Oekraïne tot nu toe was. Rond en in de Oekraïense Karpaten
dus de Roetheense minderheid van Bojken, Lemken en Hoetsoelen.
Maar niet te veel
informatie ineens, daarom over het Bojken-cultuur-museum slechts dit:
slaapverwekkend! En dat ligt niet aan de dappere Bojken maar aan het museum
zelf: déjà vu van de musea uit het reëel-bestaande
socialisme van vóór 1989 – we hoeven nog net geen oversloffen om de schoenen om
het linoleum te sparen. Snel vluchten we naar een trendy кава aan de overkant van
de boulevard, waar we alle museum-aantekeningen uit dit reisverslag schrappen.
Voor straf.
[1]
Rusíny zijn geen Russen
maar Roethenen, een veelgemaakte fout. Zo zijn Belarusy ook geen Wit-Russen –
dat zou Poetin wel willen – maar Wit-Roethenen. Er zijn ook Rood-Roethenen. En
‘onze’ Roethenen heten voluit Karpato-Roethenen.
©
Paul Braamberg 2022.