Vanaf
het pleintje waar eerder de uienvrachtauto stond, moeten we teruglopen naar de auto. Een late koe schommelt voorbij.
Alle straatlantarens stralen ultramodern LED-licht. Weer een loslopende koe.
Hoofdoekvrouwtjes staan wijdbeens en met takkenbezem in de hand en midden op
straat en bij wijdgeopende oprithekken hun mannetjes op te wachten,
waarschijnlijk te straalbezopen om de eigen oprit te herkennen – zo op hem
wachten, zouden wij nooit doen! Nog een koe. De man met de grote zak uien op
z’n fiets-trapas staat ongeveer een kilometer verder te praten dan waar hij
vanmiddag was. Alweer een koe en o, met schelle kreetjes, zachte hand en
takkenbezem in andere hand, bonjourt een vrouw haar haar oprit in.
‘Die hoofddoekdames staan dus niet op hun man te wachten maar op hun koe.’
‘Ze zijn wél geëmancipeerd.’
‘Hum.’
©
Paul Braamberg 2022.